Een lekker gerechtje, vorige zaterdag klaargemaakt. Ik kocht een stevige roggenvleugel bij de visboer. Veel te groot, maar ik heb hem versneden en een deel als een escabeche klaargemaakt en die de volgende dag als lunch verorbert.
De stoemp maak je van ruw geplette, gekookte aardappelen. De raapsteeltjes gaan er rauw onder en garen van de warmte van de aardappelen. Goed kruiden.
Voor de rog: voorzie ruime porties, bebloem deze zuinig, kruiden met peper en zout. In een goede giet- of plaatijzeren pan laat je ruim roomboter* smelten en zachtjes bruinen. Braad hierin beide zijden van de bebloemde rog op een middelmatig vuur. Voeg uitgelekte kappertjes toe en laat nog even bakken. Als de vleugels aan de dikke kant zijn, zet ze dan nog een kwartiertje in een voorverwarmde oven van een graad of 160. Overgiet regelmatig met de boter.
Serveer stoemp en vis, geniet mateloos.
*Zoiets als ’te veel’ boter bestaat niet…