Eergisteren bij de boer asperges en aardappelen gaan kopen en die voor de verandering eens niet à la Flamande klaargemaakt maar op zijn Duits: met een hollandaise saus en een paar sneetjes ham. Lekker. Maar wel veels te veel aardappelen gekookt…
Daarom gisteren o.a. gnocci gemaakt. In se niks anders dan aardappelpuree met bloem erdoor, wat kaas voor de smaak en ei om te zorgen dat dat hele boeltje aan elkaar kleeft.
Maar wat zijn de goeie verhoudingen? Te veel bloem en je hebt van die taaie rubberige klompjes zoals je ‘vers’ bij de supermarkt koopt. Op het internet gezocht, de meest uiteenlopende ratio’s gevonden. Uiteindelijk heb ik de verhoudingen genomen die o.a. ook Jeroen Meus gebruikt: 500g aardappel, 75g bloem, en daarbij 25g (Parmezaanse) kaas en 2 eierdooiers.
De aardappelen heb ik door de aardappelpers geduwd. Die pers ziet eruit als een uit de kluiten gewassen lookpers, ik heb de mijne bij Dille en Kamille gekocht. Je krijgt er een heel fijne puree mee. Die puree heb ik dan voorzichtig gemengd met de andere ingrediënten: niet driftig staan roeren, maar eerder onderscheppen, spatelen.
Makkelijkst is dan om die massa in een of twee worsten te rollen, in een stuk plasticfolie lukt dat best, en eventjes in de koelkast laten rusten. Maak ondertussen een saus klaar.
Worsten tot kussentjes snijden, eventueel met de vinger een uitholling in duwen of met een vork ribbeltjes in drukken en in hevig kokend water gooien. Als de gnocci bovendrijven zijn ze gaar, vis ze op met een schuimspaan en gooi ze nog even in de pan met de saus. En dan: serveren!