Er zijn van die woorden die ik er in de laatste spelling toch nog altijd een beetje ongelukkig vind uitzien. “Pannenkoeken” is er een van. Die tussen-n is er naar mijn gevoel toch echt te veel aan. Maar soit.

Vandaag als lunch dus pannenkoekjes gebakken. Maar geen gewone. Pannenkoekjes met bacon en verse groene kruiden. Eerst een klassiek pannenkoekenbeslag gemaakt van melk, eieren en bloem. We waren met zijn zessen en met de volgende hoeveelheden kwamen we precies goed uit: 500g bloem, 5 eieren, 1,5l volle melk. Gewoon stevig klutsen tot een glad geheel zonder klontertjes.

En dan snijden: 400g ontbijtspek of ‘Engelse’ bacon in fijne sliertjes. En verse kruiden, veel kruiden: ik heb bieslook, platte peterselie, munt, salie en oregano gebruikt maar andere kruiden kan ook. Alles fijngehakt en samen met de sliertjes spek door het beslag. En dan maar bakken. Dat bakken duurt altijd langer dan je denk, ook al gebruik je twee pannen, begin daarom vroeg genoeg en leg de pannenkoeken op een stapeltje op een bord in een oven van een graad of 70.

Op deze pannenkoeken hoort iets zoets, maar geen suiker, dat is dan weer iets té. Maar een Luikse (in België) of Maastrichter (in Nederland) stroop is prima: rins, en zonder toegevoegde suikers. Of een lekkere honing. Lekker.